Ingrediënten

  180 gram koude boter
  150 gram bloem
 150 gram basterdsuiker + 1 eetlepel extra voor het deeg
  4 braeburn appels
 200 ml crème fraîche

Bereidingswijze

Extra benodigdheden: ronde ovenschaal/quichevorm met een doorsnede van 26 cm. en vershoudfolie

Voor 6-8 personen

Doe 80 gram van de boter en alle bloem in een beslagkom en snij fijn met behulp van twee messen. Voeg 1 eetlepel basterdsuiker toe. SChenk er 50 ml ijskoud water bij. Kneed het geheel met de hand snel tot een soepel deeg (als het deeg te droog wordt kun je nog wat water toevoegen), maak er een bal van, dek af met vershoudfolie en laat minimaal een half uur in de koelkast rusten.

Verwarm ondertussen de oven voor op 195 graden. Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snij de appels in vier parten. Snij de rest van de boter in blokjes, doe deze in een steelpan en laat op laag vuur smelten. Strooi er, zodra de boter is gesmolten, de rest van de basterdsuiker over. Verhit het geheel op halfhoog vuur zonder te roeren, tot een bruine karamel ontstaat.

Neem de pan van het vuur, schenk de hete karamel voorzichtig in de quichevorm en leg de appels met de bolle kant naar beneden in de karamel. Rol het deeg uit tot een ronde lap van ongeveer 28 cm doorsnede en leg deze over de appels. Stop het deeg goed “in” tussen de appels en de rand, zodat er geen appel meer zichtbaar is. Zet de taart 50 minuten in het midden van de oven.

Laat de taart ca 12 minuten afkoelen. Leg een bord omgekeerd op de vorm en keer het geheel om, zodat de taart op het bord komt te liggen. Serveer warm en schep op elk stuk een lepel crème fraîche.