Ingrediënten

  1 eetlepel fijngehakte salie en 1/2 theelepel tijm
  1/2 theelepel worcestershiresaus
  4 druppels tabasco
  150 gram gekookte aardappelblokjes
  2 lente-uitjes
  1 1/2 eetlepel maizena
  1 dl kookroom
  fijngeknipt bieslook en peterselie ter garnering
  1 laurierblad
  zout en peper
  1 1/4 liter visbouillon
  1 kilo venusschelpjes
  50 gram bleekselderij, in kleine blokjes
  40 gram gesnipperde ui
  40 gram spekreepjes
  1 eetlepel olijfolie

Bereidingswijze

Voor 4 personen. Doe de venusschelpjes in gezouten water en laat ze 1 uur staan (om het zand eruit te halen). Spoel ze en zet ze nog eens 1 uur in gezouten water. Spoel ze opnieuw en kook ze in de visbouillon tot ze allemaal open zijn. Schep ze in een kom. Giet de bouillon door een zeef met een doek (om achtergebleven zand eruit te filteren). Verhit de olie in een braadpan met een dikke bodem en bak de spekreepjes. Voeg er de ui en de bleekselderij aan toe en bak ze glazig. Voeg de bouillon, laurier, tijm, salie, peper, zout, tabasco, worcestershiresaus en de aardappelblokjes toe en breng het geheel aan de kook. Klop de maizena met de kookroom los tot een glad papje en roer dit door de soep. Knip de lente-uitjes boven de soep in stukjes en laat alles ongeveer 20 minuten koken en wat indikken. Haal het vlees uit de schelpjes en schep deze voor het opdienen door de soep. Schep de soep in diepe borden en strooi er wat bieslook en peterselie overheen. Haal intussen het vlees uit de schelpjes.

Ga naar printversie