Ingrediënten

  1 citroen
  25 gram boter of margarine
  1 sjalotje, fijngesneden
  200 gram risottorijst
  2 eetlepels witte vermout of witte wijn
  6 dl kruidenbouillon (van tablet)
  3 eetlepels verse bieslook, fijngesneden
  25 gram parmezaanse kaas, vers geraspt
  3 eetlepels verse basilicum, fijngesneden
  evt. 1 ei, losgeroerd
  3 sneetjes oud witbrood, fijn verkruimeld
  1 dl olijfolie
  zout en versgemalen zwarte peper

Bereidingswijze

Voor 4 personen.
Extra benodigdheden: keukenpapier.

(voorbereiding kan een dag van tevoren). Boen de citroen schoon en rasp 1 eetlepel van de schil. Pers de citroen uit. Verwarm de boter in een pan met een dikke bodem en bak het sjalotje in ca. 5 minuten zachtjes glazig. Schep de rijst erdoor en bak ze al omscheppend tot alle korrels een glanzend laagje hebben. Voeg het citroenrasp, 1 eetlepel citroensap en de vermout (of witte wijn) toe en schep alles door de rijst. Laat dit even zachtjes sudderen. Breng in een steelpan de bouillon aan de kook. Voeg de helft van de bouillon toe aan de rijst en roer goed door. Voeg steeds als het vocht is opgenomen weer een scheut bouillon toe. Kook de rijst zo in ongeveer 20 minuten zachtjes gaar, roer regelmatig.
Schep het bieslook, basilicum en de kaas door de risotto en breng de rijst op smaak met zout en peper. Laat de risotto afkoelen en in de koelkast in minimaal 1 uur goed koud worden.
Verdeel de risotto in 12 delen en vorm hiervan platte koekjes. Wentel de koekjes evt. eerst door het ei (doe dit alleen als ze erg droog zijn) en daarna door het broodkruim. Je kunt ze evt. nog een half uur laten opstijven in de koelkast. Verhit de olijfolie in een hapjespan en bak per keer 6 risottokoekjes in 4-6 minuten knapperig bruin, keer ze halverwege. Laat de risottokoekjes uitlekken op keukenpapier.