Ingrediënten

  3 sjalotjes
  2 kruidenbouillonblokjes
  4 eetlepels olijfolie
  400 risottorijst
  2 1/2 dl droge witte wijn
  1 envelopje saffraan
  330 gram cantharellen of kastanjechampignons
  50 gram gepelde walnoten
  zout en peper
  1/2 bakje mascarpone (a 250 gram)
  100 gram Parmezaanse kaas

Bereidingswijze

Voor 4 personen.
Sjalotjes fijn snipperen. Bouillontabletten oplossen in 1 liter kokend water. In pan 2 eetlepels olie verhitten. Helft van de sjalotjes ca. 2 minuten fruiten. Rijst erdoor roeren tot alle korrels glanzen. Afblussen met 2 dl witte wijn. Als wijn door de rijst is opgenomen, saffraan en helft van de bouillon toevoegen. Risotto in een open pan ca. 10 minuten zachtjes koken.
Scheut voor scheut rest van de bouillon toevoegen en risotto in nog ca. 10 minuten romig en beetgaar koken. Intussen cantharellen schoonmaken, grote exemplaren kleiner snijden. Walnoten grof hakken.
Als risotto bijna gaar is, in koekenpan rest van oie verhitten. Rest van sjalotjes ca. 2 minuten zachtjes fruiten. Cantharellen toevoegen en op hoog vuur ca. 2 minuten al omscheppend bakken. Rest van wijn toevoegen en 1 minuut verwarmen. Op smaak brengen met zout en peper. Van vuur af mascarpone door risotto roeren. Op smaak brengen met zout en peper. Kaas in grove krullen schaven. Risotto in vier warme diepe borden scheppen. Cantharellen, walnoten en kaaskrulen erover verdelen.