Ingrediënten

  1 lamsbout met been (ca. 1300 gram)
  zout en peper
  30 gram boter
  2 teentjes knoflook
  15 gram peterselie
  1 citroen
  40 gram amandelschaafsel
  3 eetlepels paneermeel
  2 eetlepels olijfolie
  2 eetlepels mosterd
  50 gram gedroogde abrikozen
  2 eetlepels bloem
  2 dl rode wijn
  2 dl kruidenbouillon (van tablet)
  2 eetlepels abrikozenjam

Bereidingswijze

Voor 6 personen. Verwarm de oven voor op 180 graden. Leg de lamsbout in een braadslede, bestrooi hem met zout en peper naar smaak en verdeel de boter er in klontjes omheen. Zet de braadslee in de voorverwarmde oven en braad de lamsbout 35 minuten. Lepel regelmatig braadvet over de lamsbout. Bereid intussen de kruidenkorst. Pel de knoflook. Boen de citroen schoon en rasp de schil er af. Rooster het amandelschaafsel in een droge koekenpan lichtbruin. Hak de knoflook met de peterselie, de citroenrasp, het amandelschaafsel en het paneermeel in een keukenmachine of met een scherp mes tot kruimels. Roer er de olijfolie en naar smaak zout en peper door. Neem de lamsbout aan het eind van de braadtijd uit de oven en bestrijk hem met de mosterd. Verdeel het kruidenmengsel erover, druk goed aan en braad de bout nog 35 minuten. Hak de abrikozen fijn. Neem de lamsbout aan het eind van de bereidingstijd uit de braadslee en houd hem onder aluminiumfolie warm. Schenk het braadved in een kleine pan en roer de bloem erdoor. Breng het aan de kook en voeg al roerend beetje bij beetje de wijn en de bouillon toe. Voeg de abrikozen en de jam toe en kook alles op laag vuur 5 minuten door. Breng de saus op smaak met zout en peper. Serveer de saus bij de lamsbout.