Ingrediënten

  600 ml volle melk
  500 gram gekookte bietjes
  3 eetlepels balsamicoazijn
  2 eetlepels olijfolie
  1 kg knolselderij
  2 blikken cannellinibonen (a 400 gram) uitgelekt
  50 gram boter ( op kamertemperatuur)
  1 citroen (schoongeboend)
  50 gram gezouten pecannoten
  1 snee witbrood (geroosterd)
  peper en zout
  300 gram kabeljauwfilet
  20 gram platte peterselie, blaadjes fijngesneden

Bereidingswijze

Nodig: twee ovenschalen (20 x 30 cm, ingevet) en een pureestamper. Voor 4 personen. Verwarm de oven voor op 180 graden. Schil de bietjes en snij in dunne parten. Meng in een ovenschaal met de balsamicoazijn, olie, peper en eventueel zout en rooster ca. 45 minuten in het midden van de oven. Schep halverwege om. Schil ondertussen de knolselderij, snij in plakken van 2 cm en de plakken in stukjes van 2 x 2 cm. Doe de melk, peper en eventueel zout in een pan en breng aan de kook. Draai het vuur laag en kook in 20 minuten zachtjes gaar. Verkruimel het brood en hak de pecannoten fijn. Rasp de gele schil van de citroen en pers de helft van de vrucht uit. Snij de andere helft in plakjes. Meng het brood met de noten, het citroenrasp, 1 eetlepel citroensap en de helft van de boter. Breng op smaak met peper en eventueel zout. Leg de kabeljauw in de andere ovenschaal en verdeel het notenmengsel er gelijkmatig over. Druk goed aan. Bak ca 20 minuten naast de bietjes in de oven tot de vis gaar is en het korstje goudbruin. Giet de knolselderij af, maar van het kookvocht op. Voeg de rest van de boter, de bonen, peterselie en 100 ml kookvocht toe en stamp met de pureestamper tot een grove puree. Breng op smaak met zout en peper. Neem de bietjes uit de oven. Leg de kabeljauw op de puree en serveer met de bietjes en een plakje citroen.