Ingrediënten

  2 eetlepels olijfolie
  2 eetlepels sjalotjes, gesnipperd
  2 tenen knoflook, fijngehakt
  90 gram boter
  zout en versgemalen peper
  125 gram bloem
  750 gram Sint-Jacobsschelpen
  200 gram ontvelde, ontzade blokjes tomaat (desgewenst)
  1 theelepel verse, fijngehakte tijm
  3 eetlepels verse, fijngehakte platte peterselie
  1,25 dl droge witte wijn
  60 gram fijn droog broodkruim

Bereidingswijze

Voor 4-6 personen. Verhit 30 gram van de beter in een grote koekenpan op middelhoog vuur. Doe er de sjalotjes en de knoflook in en fruit 2-3 minuten tot ze gaar zijn. Schep ze uit de pan en zet weg. Verhit nog 30 gram boeter met de olie in dezelfde pan op hoog vuur. Doe er de Sint-Jacobsschelpen in en bak ze, waar je ze 1 keer omdraait, in een paar minuten goudgeel. (Misschien moet je ze in porties bakken zodat ze niet te dicht op elkaar liggen). Zet de schelpdieren weg en hou ze warm. Blus de pan af met de wijn en schraap alle aanbaksels los. Doe de sjalotjes en knoflook in de pan en voeg de peterselie, tijm en desgewenst de tomaten toe. Laat ca. 8 minuten koken op middelhoog vuur tot de saus dik is. Die de Sint-Jacobsschelpen in met boter ingevette eenpersoons ovenschaaltjes en schep de saus erover. Verwarm de grill voor. Snijd 30 gram boter in kleine blokjes en verdeel ze over de schelpen. Bestrooi met het broodkruim en zet ongeveer 5 minuten onder de grill tot ze borrelen. Lekker met rijst.