Ingrediënten

  1 kg tarwebloem
  extra bloem om te bestuiven
  30 gram zout
  6 1/4 dl lauw water
  30 gram honing (of suiker)
  30 gram verse gist of 3 zakjes gedroogde gist a 7 gram

Bereidingswijze

Los de gist en de honing (of suiker) op in de helft van het lauwe warme water.

Maak op een schoon werkblad een bergje van de bloem en het zout. Maak een kuiltje in het midden en giet er het opgeloste gistmengsel in. Maak er met 4 vingers van één hand van binnen naar buiten draaiende bewegingen in, waardoor er langzamerhand steeds meer bloem in het gistmengsel wordt opgenomen. Giet er dan de rest van het lauwe water middenin en werk er gedeeltelijk de bloem door tot je een vochtig deeg hebt.

Kneden: 5 minuten lang keer op keer rollen, drukken en vouwen. Hierdoor ontwikkelen zich gluten en de structuur van het deeg.

Doe wat bloem op je handen en bestuif ook de bovenkant van het deeg en leg die op een bakplaat. Maak met een mes diepe kerven in het deeg, waardoor het ontspant en gemakkelijker rijst. Laat op een warme, vochtige, tochtvrije omgeving rijzen tot het in omvang verdubbeld is. Dit zal ongeveer 40 minuten in beslag nemen.

Als het deeg in omgvang verdubbeld is moet je de lucht eruit persen door er ongeveer een minuut op te slaan. Daarna kun je het in de gewenste vorm kneden en wegzetten om voor een tweede keer te rijzen tot het weer twee keer zo groot is.

Leg het brood voorzichtig in een voorverwamde oven van 200 graden. Bak het 30 tot 40 minuten, je kunt controleren of het brood klaar is door op de bodem te kloppen. Als het hol klinkt is het brood gaar, anders moet het nog even terug de oven in. Leg op een rooster op af te koelen.